Villa-Necchi-Campiglio-witblad - 29.jpg

blog

Over interieurarchitectuur, architectuur en kunst.
En af en toe over onze eigen projecten.

De Nieuwe Woning volgens Henry Van de Velde.

Dankzij AinB (associatie van interieurarchitecten) konden we de woning “La Nouvelle Maison” van Henry Van de Velde bezoeken. Een unieke kans want de woning is in privé bezit en wordt ook effectief bewoond.

Een gepassioneerde restauratiearchitect Guido Stegen stond zelf in voor de rondleiding. Vol liefde voor het vak deelde hij zijn kennis over de woning en Van de Velde. Hij ging vooral in op de vele restauratietechnieken die werden toegepast tijdens de werken. Een uitgebreide bron aan inspiratie die ook ons en onze collega’s zal helpen in restauratieprojecten.

Het huis is de laatste woonplaats in België waar Henry Van de Velde zelf verbleef met zijn gezin. Het beschermd monument werd sinds de afwerking in 1928 vrij goed bewaard. Toch was een uitgebreide restauratie dringend nodig. De nieuwe eigenaars beslisten om het gebouw terug volledig op punt te zetten volgens het originele concept.

Guido Stegen verrichte hier samen met vakmensen het wonderbaarlijk werk om de originele Van de Velde terug volledig zichtbaar te maken. Naast de noodzakelijke technische herstellingen werden ook alle details en afwerkingen vakkundig gerestaureerd.

Het resultaat is een -op het eerst zicht- eenvoudig volume zoals Van de Velde wilde dat de woning werd gezien. Een relatief bescheiden gebouw van 3 bouwlagen waarvan 1 kelderverdieping. De schoonheid zit hier ook weer in de doordachte opbouw van de architectuur en de vele subtiele details.

De positionering van het gebouw op het terrein zijn cruciaal voor een optimale oriëntatie om de ganse dag te genieten van het zonlicht en uitzicht. Zo komt zowel de ochtend- als de avondzon volop binnen in de leefruimte door zijn positie en ramen. De schakeling van de ruimtes is vrij logisch, maar bevat ook enkele opvallende elementen. Als bezoeker wandel je na de inkom eerst in een langgerekte bibliotheek voor je naar de leefruimte gaat. De trap naar de eerste verdieping werd opgebouwd uit verschillende delen met verschillende zichten en lichtinvallen.

In vergelijking met het vroegere werk van Van de Velde zien we hier een nog verdere vereenvoudiging in de architectuur. De art nouveau invloeden die we nog konden terugvinden in zijn Haus Hohe Pappeln in Weimar zijn hier verdwenen. Het ornament zit eerder in de subtiele details. Het begint bij de betonnen, licht gebogen funderingsokkels en dakprofielen. In het interieur gaat die vormtaal verder tot in de afronding van elke hoek tussen wanden onderling en wand en plafond.

In het concept van de woning had Van de Velde voorzien om de woning letterlijk in te planten in de omgeving. De bruin/beige baksteen had dezelfde kleur als de leem die werd uitgegraven voor de fundering. Die kleur werd ook doorgetrokken tot in het interieur. De meeste wanden, radiatoren en meubels kregen dezelfde kleur. Tenminste, ogenschijnlijk dezelfde kleur. In werkelijkheid waren het allemaal verschillende nuances van die kleur om optisch hetzelfde resultaat te bekomen. Die nuances waren nodig om de kleurverschillen door vorm, materiaal en zelfs lichtinval op te vangen. De wanden kregen aan de oost- en westzijde van het interieur een licht andere tint zodat je ondanks de verschillende lichtinval de idee had dat het om precies dezelfde kleur ging.
Van de Velde wilde hiermee wellicht vooral de eenheid van het gebouw behouden.
Hij zorgde echter ook voor andere kleuraccenten. De groene ramen, de goudkleurige wanden van de keuken, de verschillende kleuren in de binnenkanten van de kleerkasten. Telkens zijn dit accentkleuren die de eentonigheid doorbreken en tegelijk versterken.

Bij de restauratie werden ook alle technieken zoveel mogelijk gerestaureerd volgens het originele concept. Zo werd voor de verwarming het principe van de thermosifon terug toegepast. Hierbij verspreidt warm water zich automatisch door de leidingen waardoor geen circulatiepomp nodig is. Eén van de gevolgen van dit principe is wel dat de radiatoren schuin moeten hangen zodat het water goed kan doorlopen.

Ondanks de ouderdom van de woning en het niet toevoegen van extra isolatie of ventilatie werd een lage EPC score gehaald. Zelfs de stalen ramen met enkel glas isoleren vrij goed. Dit vooral omdat die stalen ramen in een houten kader zitten. Op die manier is de verbinding tussen raam en metselwerk optimaal.

Guido Stegen slaagde erin om de woning terug de ziel van Van de Velde te geven. Met respect voor het origineel werd de woning in ere hersteld en is ze klaar om opnieuw bewoond en bewonderd te worden.

bob bulcaen